Basis en verdieping

Groep 3 /eerste leerjaar

We moeten de eerste acht thema’s als één geheel beschouwen dat we voor de Kerst afronden. Daar zitten alle basisbewegingen en alle cijfers en letters in. Dat is ook een steun bij het leren lezen. Probeer de schrijfdansles op een vaste tijd op een vaste dag te geven en in je weekplanning op te nemen. Het kost wat extra tijd maar op den duur win je er veel mee!

Als je de thema’s herhaalt hoef je je natuurlijk niet strikt aan een volgorde te houden. Een schrijfdansthema kan gecombineerd worden met bijvoorbeeld een week-of maandthema of de boekenweek. Zoek naar passende voorleesboeken, plaatjes of filmpjes die het thema kunnen ondersteunen. Sneeuw is natuurlijk leuk voor de decembermaand. Na de kerstvakantie komen de overige basisthema’s aan bod en door te herhalen zal de grove en fijne motoriek steeds soepeler worden.

  • Het Zeilschip is een fantastisch hulpmiddel voor het verbinden van letters die een zogenaamde zeilschipverbinding hebben.
  • Oceaan-en strandgolven zijn al voorbereid met de Liggende en Staande Achten en de Klaveracht.
  • Het Droomkasteel nodigt uit om een geheel te maken van een sprookje op papier met spontane of meer beheerste bewegingen en vormen. Ieder kind laat daar zijn eigen persoonlijkheid in zien.

In het speciaal onderwijs is het misschien beter om losse letters te blijven schrijven. Maar in iedere letter zitten ronde en rechte bewegingen dus worden de letters door toepassing van Schrijfdans op den duur toch duidelijker en mag het kind op ongedwongen manier kiezen voor eenvoudige verbindingen.

Kinderen met grote beperkingen hebben baat bij de oefeningen in de lucht en kunnen hierdoor angsten overwinnen. We bouwen dan de thema’s heel langzaam op.

Groep 4 / tweede leerjaar

In groep 4 / tweede leerjaar doen we de variatiethema’s met nieuwe muziek, ook in combinatie met thema’s die al eerder zijn gedaan. Die herhaling is nu juist van groot belang!

De letters die nog steeds moeilijkheden geven, krijgen nog eens extra aandacht via de fijnmotorische oefeningen of de klankwoorden: in een vrije ruimteverdeling, zoals in grote of kleine letters, boven- of onderaan de bladzijde, aan de linker- of rechterkant, nauw of wijd. Of gewoon in een schriftje dat speciaal voor Schrijfdans is aangeschaft.

De leerlingen bedenken namen van dieren of personen die we met de klankwoorden geleerd hebben. Zo ontstaan er grappige zinnetjes en verhaaltjes.

tip: een dictee kan ook voorgelezen worden door een van de leerlingen. Dick T.(een jongen) of Dora T. (een meisje) staat op en dicteert. De anderen schrijven.

Bij de rekenles krijgen de cijfers extra aandacht via de beeldcijfers die de leerkracht op het bord schrijft. Dit kan natuurlijk ook al in groep 3/eerste leerjaar aangeleerd worden. We schrijven de cijfers ook op het kopieerblad dat daar speciaal voor bedoeld is en indien we klassikaal werken
wordt de PDF in kleur op het digibord geprojecteerd.

De bladzijde met het verhaaltje uit het variatiethema en het bijbehorende schrijftekenrijmpje kan gekopieerd en uitgedeeld worden. Kinderen werken daarmee in kleine groepjes.

Ook werken we op de kopieerbladen met lettertekeningen en hoofdlettertekeningen. Enkele daarvan zijn misschien al in groep 3 aan de orde gekomen maar herhalen is een ‘must’ om ‘mislukte’ cijfers en letters extra kansen te geven.